Tussen de therapie door
Therapie heb je in verschillende vormen; klinisch, deeltijd of ambulant. Hoeveel tijd je therapie kunt krijgen verschilt heel erg per instelling. Sommige instellingen zijn wat makkelijker in het zoeken naar mogelijkheden en dingen aanpassen. Zorg op- en afschalen. Dat maak ik nu mee met mijn eigen werk. Maar toen in zelf therapie had, was dit een enorm drama. Groepstherapie was te zwaar voor mij, dus koos ik meerdere keren voor individuele therapie. Maar dit betekende dan eigenlijk wel dat je maar één uur in de week therapie had. De rest van de tijd moest ik mezelf redden.
Ik vond dat zo vreselijk oneerlijk. Mijn beeld van de hulpverlening was dat je keek naar wat nodig was en daar je zorg op afstemde. Waarom kon ik geen extra dingen krijgen? Desnoods uitbreiden met modules die wel in de groep waren. Of extra individuele therapie door een vaktherapeut of verpleegkundige. Maar nee, het kon allemaal niet. Vaak zat ik vast in de beperkingen. Groepen zouden therapeutisch gezien ontzettend goed voor mij zijn, maar dan met voldoende individuele begeleiding, maar zo werkt het niet. Ik moest kiezen. En pijnlijk genoeg liep hier de therapie meerdere keren op mis.
Ik startte met een deeltijd groepsbehandeling, maar hier liep de spanning zo op dat ik ontregelde. Meerdere keren vroeg ik om extra hulp, maar meer dan ‘We zullen kijken wat we kunnen doen’ was er niet. Dus ik vroeg naar andere opties. Mijn enige optie was ambulant verder. Mijn enige optie werd één keer in de week therapie. Voor hoe slecht het ging was dit alles behalve voldoende. Ik vond gelukkig wel een hele lieve psycholoog die echt deed wat ze kon. Zo mocht ik haar mailen als ik dat nodig had. Alleen wist ze denk ik toen nog niet hoeveel ik dat nodig had. Al in de sessie kwam de paniek en de wanhoop over het feit er na de 45 minuten weer alleen voor te staan. Continu gericht op de klok, bang voor het einde van de sessie. Want alleen in de therapiekamer kon ik mijn gevoelens aan. Ik had telkens vervelende ruzie in mijn hoofd; ik hoopte altijd dat extra kwartiertje te kunnen krijgen, maar vond het vreselijk dat ik die extra tijd wilde. Hoewel ik thuis deed wat ik kon om de dagen tussen de therapie door te komen, kon ik het zeer regelmatig niet meer aan. Ik balanceerde op het randje crisis en mailde heel wat ongelukkige mailtjes af. Na 4 maanden wisten we dat dit niet ging en dat ik echt intensievere hulp nodig had. Enige optie; groepstherapie.
Dat werd mijn klinische opname. Maar ook hier leefde ik van sessie naar sessie. Maar dan wel de individuele sessies. En die werden eigenlijk alsmaar minder. Ik snapte het punt; als ik alles individueel zou bespreken, zou ik spannende dingen niet in de groep bespreken. Maar bij mij liep spanning alleen maar op wanneer ik iets deelde. Ik ben nooit zo goed geweest in dingen voor mezelf houden, er zelf mee te dealen. Dus ik deelde en liet mijn ballon daarmee iets leeglopen. Maar 7 van de 10 keer kreeg ik veel meer spanning van alle reacties. Dus het hielp weinig. En hoewel ik ook een fijne tijd heb gehad met veel steun en lieve mensen, was het vooral enorm spanningsvol en ging het weer slechter en slechter. Ik stopte de behandeling in crisis en hoewel niemand echt wist welke therapie dan wel, men wist 1 ding, een contra-indicatie voor groepen. Ofwel, individueel verder. Maar niet na extra onderzoek.
Er kwam een tijd dat ik eigenlijk geen hulp meer in de buurt had, mijn therapeuten zaten ruim 1,5 uur rijden verderop. Maar met de socio’s mocht ik altijd bellen. Gelukkig maakte ik de keuze om mijn opleiding te herpakken, want dit maakte het iets makkelijker. Maar ik belde veel met de socio’s. Standaard elke week, maar vaak wel meer. Het was de beste zorg die ik even kon krijgen. Gewoon hulp wanneer je het nodig hebt. Dit duurde veel langer dan de bedoeling was omdat de verwijzing niet echt lekker liep. Het maakte mij even niet uit, want ik had totaal geen vertrouwen dat er nog een behandeling voor mij was. Dan was die telefoon toch de beste optie. En toch verslechterde ik en kwam ik in crisis. Het ging enorm slecht en ik moest echt over naar zorg in de regio. Er moest ook een keer behandeling volgen. Kwamen ze weer aan; één keer in de week red je niet, doe maar een groep. No way!
Ik koos met veel protest van mijn behandelaren voor ambulante hulpverlening. Volgens hen deed ik mezelf te kort. Volgens mij deden zij mij tekort. Tijdens een intake werden er nog mogelijkheden genoemd, toen het puntje bij paaltje kwam moest ik het toch echt met 45 minuten psycholoog per week doen. Verder had ik ook geen daginvulling meer. Geen afspraken over mailen of iets. Dit was het. Het was vreselijk om de tijd door te komen. Weer leefde ik van sessie naar sessie. Ik had simpelweg het idee geen week te kunnen overleven met mijn emoties. Een week in te vullen met taken die ik niet wilde doen. Ik kon een week niet overzien. Ik kon een week niet alleen voor mijn gevoel, ik had de ander nodig; ik moest mijn verhaal kwijt, ik moest veiligheid voor de heftige emoties en iets om mij door de eindeloze dagen door te slepen. Ik had op donderdag therapie en telde dan naar het weekend want dan mocht ik tenminste uitslapen. Na het weekend kwam in ieder geval weer de week eraan waarin ik een nieuwe sessie zou hebben. Maandag was vreselijk. Dinsdag zei ik; morgen nog één dag volhouden. En de woensdag was iets beter; de sessie kwam in zicht. Ook in deze sessies werd de klok mijn grootste vijand. Ik bereidde mijn therapie dan ook goed voor om deze zo efficiënt mogelijk te vullen. Zowel mijn therapeut als ik wisten met hoeveel pijn ik weer naar huis ging omdat de sessie er weer op zat. Ik was blij met het huiswerk omdat ik zo toch tijd aan therapie kon besteden.
Maar zoals je hebt in het normale leven vallen er soms dagen uit. Het idee dat ik dan twee weken alleen moest zien door te komen was vreselijk en zorgde in de sessie ervoor dan ook voor veel emoties, die soms eindigden in paniekaanvallen. Ik wist ondertussen dat de meeste emoties een halve dag na de therapie wel weg zouden zijn en dat ik moest proberen om afleiding te zoeken. Dat ik het aan kon had ik al honderd keer bewezen. Maar makkelijk werd het niet. Aftellen. Continu aftellen.
Er kwam een moment dat ik minder te vertellen had en wist dat ik therapie minder nodig had. Maar het idee van 14 dagen aftellen bleef paniek geven. Maar we gingen het toch doen. De ene sessie eindigde beter dan de ander, want de invulling en afleiding werd meer en mijn emoties werden minder heftig. Maar elke keer de spreekkamer uitlopen was zwaar. Soms had ik voor die tijd voldoende uitgehuild. Maar een enkele keer zijn we bij de deur toch nog even omgekeerd omdat er bijvoorbeeld nog een paniekaanval kwam. Toch ging het steeds makkelijker. De sessies werden veel minder beladen en dat was het teken dat ik nog meer kon afbouwen. Uiteindelijk hebben we in 3 of 4 maanden tijd afgebouwd van 1 keer per 14 dagen, tot geen therapie meer.
Ik ben het er niet mee eens dat het op deze manier is gegaan. Al weet ik ook dat ik het probleem van niet zelf de tijd doorkomen ook echt zelf moest leren. Maar ik geloof dat het sneller had gekund met meer en betere begeleiding. En dat het misschien heel wat leed had kunnen verzachten. Dat er een aantal crisissen misschien niet nodig waren (ik heb de crisiszorg in dit stuk even buiten beschouwing gelaten, het is lang genoeg zo). Ik hoop dat sommige instellingen gaan veranderen en gaan kijken naar wat nodig is. Ik zie nu in mijn eigen werk dat het kan. Dus doe het. Want ook al kom je er echt wel uit, deze weg was wel heel pijnlijk. En teveel therapietijd is direct of indirect gegaan over die klok en over het overleven tussen de afspraken door.
-1 Comment-
Het kan inderdaad lastig zijn wanneer je op een lange wachtlijst staat of niet voldoende therapie krijgt die je nodig hebt. Gelukkig zijn er online ook veel mogelijkheden, of kan je hulp inschakelen bij naasten. Je wensen en zorgen uitspreken bij je naaste omgeving heeft mij vaak goed geholpen om de extra steun te krijgen.